Dissectie van de long |
|
|
De longen zijn één van de
belangrijkste organen in het ademhalingsstelsel. De organen die er het
dichtst bij liggen zijn de luchtpijp en de bloedvaten. |
|
|
Het doel van deze dissectie is een concreet
beeld van het uitzicht van dit orgaan te bekomen alsook een concreet beeld
van de verandering bij in- en uitademen van hun volume. |
 |
|
|
1). De luchtpijp |
|
|
|
- We voelen even met de vingers aan
dit orgaan en geven een korte beschrijving van onze waarneming!
- Welke functie(s) heeft deze bouw
van de luchtpijp? Schets!
- Aan de binnenzijde van de luchtpijp
is er een trilhaarslijmvlies. Wat is daarvan de functie?
- Welke organen zorgen voor de
overgang tussen de luchtpijp en de longen?
|
|
|
2). De longen |
|
|
|
- Geef een beschrijving van de
longen!
- grootte (lengte, breedte, dikte) in cm
- vorm
- kleur
- Welke veranderingen treden er op
als je via een rietje lucht in de longen blaast?
- Welke deelorganen vinden we in de
longen terug?
- Hoe noemt het vlies dat zich rond de longen bevindt?
|
|
|
3). Bloedvaten |
|
|
|
- Welke bloedvaten staan in contact
met de longen?
- Beschrijf kort de weg en de kwaliteit
van het bloed dat in de haarvaten van de longblaasjes aankomt alsook van het
bloed dat er vertrekt.
|
|
|
4) Synthese |
|
|
- som alle deelorganen op in de juiste volgorde, te beginnen met het
strottenhoofd
|
|
|
 |
|