Gevaarsymbolen en -aanduidingen |
Gevaarsymbolen | Symbool | Kenletters | Gevaaraanduiding | |
|
doodshoofd met gekruiste scheenbenen |
GHS06 |
||
|
uitroepteken (nieuw!) |
GHS07 |
||
|
inwerkend zuur |
GHS05 |
||
|
vlam |
GHS02 |
||
|
vlam op cirkel |
GHS03 |
||
|
ontploffende bom |
GHS01 |
||
|
dode boom en vis |
GHS09 |
||
|
persoon met witte ster (nieuw!) |
GHS08 |
||
|
gasfles (nieuw!) |
GHS04 |
||
Een woordje uitleg over de gevarenaanduidingen: | ||||
Giftig | ||||
Een stof is giftig (Toxisch) als ze
ernstige schade toebrengt aan de gezondheid. Dit kan door inademing,
inslikken of opname via de huid. Vermijd steeds elk rechtstreeks contact met
de stof daar er een kans bestaat op dodelijke afloop (LD)! Dit kan het geval
zijn na éénmalige of herhaaldelijke contacten en dit kan onmiddellijk of op
lange termijn plaatsvinden. Naast een dodelijke afloop kunnen giftige
stoffen ook andere uitwerkingen hebben:
|
||||
voorbeelden |
|
|||
Schadelijk / Irriterend | ||||
Een stof is schadelijk (nocif) als ze gevaren voor de gezondheid meebrengt. Dit kan door inademing, inslikken of opname via de huid. Vermijd steeds elk rechtstreeks contact met de stof! | ||||
Een stof is irriterend (irritant) als ze gevaren voor de gezondheid meebrengt. Dit kan door contact met de ogen of de huid. Ontstekingen hiervan kunnen het gevolg zijn. Vermijd steeds elk rechtstreeks contact met de stof! | ||||
Corrosief | ||||
Een stof is corrosief of bijtend als ze een vernietigende werking heeft op weefsels (dierlijke, plantaardige en kunststof), op metalen en op andere stoffen. Vermijd elk rechtstreeks contact met de stof! | ||||
voorbeelden |
|
|||
Ontvlambaar | ||||
Een stof is ontvlambaar (flammable) als
ze
Hou deze stoffen altijd verwijderd van vuur of warmtebronnen. |
||||
voorbeelden |
|
|||
Oxiderend | ||||
Een stof is oxiderend als ze heel makkelijk reageert met brandbare stoffen. Dit heeft zoveel warmte voor gevolg (exotherme reactie) dat brand kan ontstaan. Hou oxiderende stoffen verwijderd van brandbare stoffen. | ||||
voorbeelden |
|
|||
Ontplofbaar | ||||
Een stof is ontplofbaar of explosief als ze
onder bepaalde omstandigheden kan ontploffen:
Vermijd hitte, schokken en wrijvingen tijdens het gebruik van deze stoffen. |
||||
voorbeelden |
|
|||
Milieugevaarlijk | ||||
Een stof is milieugevaarlijk of schadelijk voor het milieu wanneer zij in een aquatisch of niet-aquatisch milieu terechtkomt. De gevolgen kunnen onmiddellijk zichtbaar zijn of pas na verloop van tijd. Speciale afvalbehandelingsvoorschriften moeten nagevolgd worden volgens het GSP. | ||||
GSP (Gevaarlijke stoffen en Preparaten) | ||||
|
||||
Schadelijk voor de gezondheid op lange termijn | ||||
Deze producten kunnen erg gevaarijk zijn voor de gezondheid, organen beschadigen, kanker veroorzaken, het genetisch materiaal of de vruchtbaarheid en het (on)geboren kind aantasten. Ze kunnen dodelijk zijn bij inademing. | ||||
Houder onder druk | ||||
Deze producten zijn opgeslagen in een houder onder druk. Het gaat bijvoorbeeld om flessen met zuurstof, acetyleen, koolmonoxide of kooldioxide. | ||||